Vrouwenvoetbal wordt door sommigen gezien als een sport die het aanzien niet waard is. Leoni Blokhuis toont met al haar ervaring en visie aan, dat het vrouwenvoetbal wel degelijk serieus moet worden genomen. Hierin is Leoni reëel en open, houdt ze zich niet in, om ook de valkuilen aan te stippen, maar staat ze bovenal als een blok voor het vrouwenvoetbal om het niveau naar een hoger plan te tillen.
Na het interview met Leoni Blokhuis ben ik anders naar het vrouwenvoetbal gaan kijken en zijn veel vragen beantwoord die me lange tijd bezig hielden. Met de kennis die ik nu heb, zijn in ieder geval bij mij de vooroordelen verdwenen en speelt er achter de schermen blijkbaar veel meer dan we denken om het niveau van het Nederlands vrouwenvoetbal naar een nog hoger niveau te krijgen.
Michel Hollander: Uw grote passie voor voetbal heeft u sinds april 2012 in uw eigen bedrijf gestopt, FlowSports, waar diensten bestaan uit persoonlijke en contractuele begeleiding, carrièreplanning en commerciële begeleiding van speelsters in het vrouwenvoetbal. Wat was uw drijfveer om u te specialiseren in het vrouwenvoetbal?
Leoni Blokhuis: Mijn drijfveer is niet iets wat vroeger mijn ambitie of droom was, maar het is eigenlijk zo gegroeid. Eind 2013 was ik verantwoordelijk voor de eerste betaalde transfer in het Nederlands vrouwenvoetbal. Toen Sherida Spitse werd verkocht van FC Twente aan LSK Lillestrøm (Noorwegen), stond ik in één keer op de kaart. FlowSports had interviews met NOS Langs de lijn en NOS op drie, we stonden in alle kranten en bladen. Inmiddels staat de teller op 11 transfers, waarvan twee met een transfersom.
Ik kreeg steeds meer nieuwe klandizie en toen dacht ik, nadat ik ook nog naar Sochi was geweest voor de Olympische Winterspelen: “Waar ben ik nou eigenlijk mee bezig?” Je moet zoveel weten van heel veel en je kunt beter heel veel weten van heel weinig, want dan kun je je gaan specialiseren in iets. Ik had namelijk eerst een bredere stal van atleten, dus ook andere sporters dan alleen voetballers.
Het vrouwenvoetbal kwam op en ontwikkelde zich in razend tempo door. Ik heb ‘de stoute schoenen aangetrokken’ en mezelf “dé specialist” genoemd in Nederland. Dat is denk ik een hele goede stap geweest, want ik mag mezelf inmiddels marktleider noemen in Nederland en ik hoop dat natuurlijk nog heel lang te blijven.
Michel: U heeft wel eens gezegd, dat het voetbal aan een nieuw tijdperk begint en dat we aan de wieg staan van professionalisering voor vrouwenteams. Wat ziet u daar heden ten dage van terug?
Leoni: Er is wel een professionalisering van vrouwenteams zichtbaar. Kijk bijvoorbeeld naar de salarissen die ieder jaar meegroeien. Clubs financieren een auto, de huisvesting wordt beter en er worden transfersommen betaald. Je ziet het eigenlijk overal aan terug, ook aan de kleding. Merken als Nike, adidas en Puma die instappen en de meiden sponsoren, niet alleen met kleding, maar ook met geld. En dan mag ik het nieuwe vrouwenmerk Liona ook niet onvermeld laten. Zij spelen daarmee goed in op de doelgroep.
De verandering van de BeNeLeague, dat was een competitie tussen Nederland en België, naar de eredivisie is in mijn ogen een stap terug, maar hoe de KNVB die hele ‘huisstijl’ oppakt, is echt geweldig. Er ligt een plan en dat gaat stapje voor stapje. Het gaat natuurlijk voor iedereen te traag, maar je moet prioriteiten stellen en daar is ook mankracht voor nodig.
Michel: In het seizoen 2016/2017 bestond de Eredivisie voor vrouwen uit acht clubs, terwijl de Eredivisie voor mannen uit 18 clubs bestaat. Waardoor komt dat volgens u?
Leoni: Het heeft met geldgebrek te maken, dat de Eredivisie voor vrouwen uit slechts acht clubs bestaat. We hebben drie jaar een pilot gedraaid, de BeNeLeague, grensoverschrijdend! Een uniek concept, alleen de subsidiekraan werd dichtgedraaid en de bonden hebben besloten om individueel weer verder te gaan. Nederland heeft twee profclubs meer gekend, AZ en FC Utrecht, maar die zijn er beiden mee gestopt, waardoor we nu op acht clubs zitten.
Michel: Het vrouwenvoetbal wordt gezien als de grootste groeifactor van het voetbal. Er voetballen wereldwijd 29 miljoen meisjes en vrouwen. Voetbal is daarmee internationaal veruit de grootste sport voor deze doelgroep. Toch haalt het vrouwenvoetbal niet de populariteit van het mannenvoetbal in Nederland. Waardoor komt dat volgens u? En welke oorzaken zou u kunnen noemen, waardoor het vrouwenvoetbal in Duitsland veel meer aandacht krijgt dan in Nederland?
Leoni: Het vrouwenvoetbal in Nederland staat nog in de kinderschoenen. In Duitsland is die sport al veel langer geaccepteerd en ze draaien al jaren mee in de top. Dat is hier nog niet het geval. Duitsland werd tijdens de Zomerspelen 2016 in Rio Olympisch kampioen. Als het vrouwenvoetbal tien jaar verder is, heb ik de hoop dat wij op hetzelfde niveau zitten als Duitsland en dan hebben wij die ontwikkeling ook doorgemaakt.
Ik denk overigens ook, dat het nog steeds niet geaccepteerd is, dat vrouwen óók iets kunnen met een bal. Dat zijn met name mannen die daar iets van vinden. Op de een of andere manier vinden zij, dat voetbal van hen is en ik vind dat voetbal van iedereen is. Er wordt continu een vergelijk gemaakt. Laatst hoorde ik weer een journalist bij de De Tafel van Kees zeggen: “Ik vind het geen kijksport”, waarop een andere journalist zei: “Ja, het veld is ook veel te groot, ze moeten het aanpassen”. Iedereen vindt er wat van en mensen in de spotlights zouden het best iets positiever uit kunnen dragen, vind ik. Puur voor de acceptatie, want zo houd je weerstand.
Michel: In de toplanden rijzen de tv-opbrengsten de pan uit en worden de grote clubs steeds rijker. Wat vindt u daarvan? Welke impact hebben de tv-opbrengsten in het vrouwenvoetbal?
Leoni: Een grote overwinning voor het vrouwenvoetbal, is dat de NOS de uitzendrechten heeft bemachtigd voor het EK voor vrouwen in 2017. Eredivisiewedstrijden van het vrouwenvoetbal worden helaas nog niet op tv uitgezonden, waardoor er van tv-inkomsten nog geen sprake is. Door het nieuwe format van de KNVB, worden wel de goals online uitgezonden. Dat wordt leuk gemonteerd en het komt op social media, dus dat is al iets, maar het vrouwenvoetbal krijgt daar geen tv-inkomsten voor. Het open net van Fox zendt wel regelmatig een oefen- of gewone interland uit van het Nederlands vrouwenteam. In Engeland heb je wel een sportzender, die de WSL wedstrijden uitzendt van de vrouwen.
Michel: Welke invloed heeft een goede jeugdopleiding op het niveau van het vrouwenvoetbal? Ziet u daar de resultaten van terug op de velden?
Leoni: In de tijd dat FC Twente Vrouwen nog een jeugdopleiding had, zag je een hele mooie ontwikkeling richting het eerste elftal. Ongeveer 40 procent van de huidige eerste selectie komt uit de eigen jeugd en dat is natuurlijk geweldig.
Een goede jeugdopleiding moet de basis zijn voor de toekomst, met de hoogste prioriteit. Geld speelt daarbij een rol. Minke Booij is begin 2015 aangesteld als manager vrouwenvoetbal bij de KNVB en zij ziet soms door de bomen het bos niet meer, omdat er zoveel moet gebeuren. Je moet prioriteiten stellen, want ‘jouw’ topsport is direct zichtbaar in de media en daar moet je aandacht aan besteden. Die breedtesport kan ook niet achterblijven, want er zijn bijna 150.000 meisjes die voetballen. Er komen wel weer goede speelsters aan.
Michel: Wat moet er in het vrouwenvoetbal gebeuren, wil een Nederlandse club weer serieus mee gaan tellen in Europa?
Leoni: Er moet veel gebeuren wil het vrouwenvoetbal internationaal aansluiting krijgen. Dat begint met opleiden, een stabiele basis en een competitie waar uitdaging in zit. Van de acht clubs uit de eredivisie zijn er drie toppers. Het niveauverschil in deze kleine competitie is dusdanig groot, dat voor de betere speelsters de uitdaging sneller weg is. Een logisch gevolg is dan, dat zij in het buitenland gaan voetballen. Er moet echt geïnvesteerd worden in deze competitie en in de ontwikkeling ervan.
Michel: Ik interviewde eerder een coach uit het Nederlands profvoetbal, die van mening was dat een trainingsprogramma met veel meer nadruk op conditie, kracht en uithoudingsvermogen, van grote invloed is, of kan zijn, om in de toekomst het niveauverschil ten opzichte van Europa te verkleinen. Hoe denkt u hierover?
Leoni: Telkens als ik bij Arsenal Ladies kom, kijk ik mijn ogen weer uit in het krachthonk. Dat is toch wel een andere training dan wij in Nederland gewend zijn. Twee speelsters uit mijn portefeuille zijn daar naartoe gegaan en als ik zie, hoe zij zich op dat vlak ontwikkelen, is dat heel goed. Een trainingsprogramma gebaseerd op méér kracht draagt absoluut bij.
Toen Vivianne Miedema in 2014 de overstap maakte van sc Heerenveen naar FC Bayern München, was ze de eerste weken helemaal gesloopt. Het trainingsprogramma is daar meer op conditie gericht. Ze heeft nu een topconditie en is ze afgetrainder dan ooit. Je kunt constateren, dat de trainingen bij Engelse en Duitse clubs intensiever en op een hoger niveau zijn.
Lees de rest van het interview met nog meer opvallende zaken en kritische noten met betrekking tot het vrouwenvoetbal in mijn voetbalboek!
Michel Hollander:
Als voetballiefhebber volg ik natuurlijk ook de verrichtingen van het Nederlands vrouwenvoetbal. Leoni Blokhuis is spelersmakelaar bij FlowSports, waar de diensten onder andere bestaan uit de contractuele en persoonlijke begeleiding van speelsters. Leoni is één van de kenners in het vrouwenvoetbal en niet voor niets regelmatig te gast in programma’s om haar kennis en visie te delen. In 2016 won Leoni de Freelancer of the Year Award. Inmiddels begeleidt Leoni vanuit Oldenzaal 22 speelsters, onder wie 14 internationals, van transfer tot sponsordeal. Voor mijn voetbalboek Bijna buitenspel heb ik Leoni gevraagd om haar verhaal te doen over de actualiteiten en veranderingen in het Nederlands vrouwenvoetbal. Bovenstaand interview is een voorproefje daarvan.
Michel is voetballiefhebber pur sang en toont met een omvangrijk platform aan, dat je geen Van der Gijp of Derksen hoeft te heten om alleen met naamsbekendheid het grote voetbalpubliek te bereiken en experts aan het woord te laten over hun visie op het Nederlands profvoetbal en de toekomst ervan. Michel betrekt hier grote doelgroepen bij, want in Nederland staat niemand buitenspel!