Hoe kan de KNVB de jeugd boeien?

By Michel Hollander | Voetbalorganisaties

jan 21 2017

Foppe de Haan schreef het voorwoord van Bijna buitenspel. Eén van de belangrijke thema’s in dat boek: de jeugd.

De KNVB gaat het voetbal voor de jeugd vernieuwen. Voor zijn voetbalboek Bijna buitenspel zocht auteur en voetbalanalist Michel Hollander naar het antwoord. Hoe kun je dat het best bereiken? Hollander interviewde onder anderen Arno Vermeulen, Berry van Aerle, Adri van Tiggelen, Frans Thijssen, Sjaak Troost en Edward Sturing. Zij en nog meer ex-internationals geven in zijn boek hun scherpe visie op de jeugdopleiding en meer actuele thema’s, zoals de toekomst van het Nederlandse profvoetbal en Oranje.

ARNO VERMEULEN: ‘Zelf opleiden én slim scouten’:

Als opleidingsland hebben we geen ander alternatief dan méér te investeren in de jeugdopleiding. Bij Roda JC waren ze daar in het verleden bijna mee gestopt, omdat ze het nut er niet van inzagen. Om te investeren moeten clubs spelers verkopen en dan is het aan de koopmansgeest om ervoor te zorgen dat je ze voor een maximaal bedrag verkoopt. Omdat de Nederlandse competitie niet zo sterk is, zijn onze spelers in verhouding goedkoper dan bijvoorbeeld mindere spelers van Engelse clubs.

Ik ben er niet voor om clubs verplicht te stellen een deel van de begroting af te staan voor de jeugdopleiding en ik geloof niet dat je daar uiteindelijk beter van wordt. Veel clubs in Nederland spelen al met behoorlijk wat spelers uit de eigen jeugdopleiding. Ajax, PSV en Feyenoord stoppen al heel veel geld in de jeugdopleiding. PSV heeft Memphis Depay ook zelf opgeleid. In combinatie met heel slim scouten is dat de enige weg.

BERRY VAN AERLE: ‘Meer geld naar de jeugd’

Er moet absoluut méér worden geïnvesteerd in de jeugdopleiding. Zéker in Nederland. In Engeland kunnen clubs elke speler kopen die ze maar willen. In Nederland is dat niet het geval, waardoor clubs afhankelijk zijn geworden van een goede jeugdopleiding. Het geld groeit hier niet tot aan de hemel en veel clubs hebben het moeilijk. Een goede jeugdopleiding is dan belangrijk. Bij Ajax en Feyenoord zie je steeds vaker jeugdspelers doorstromen die goed terechtkomen.

De KNVB kan clubs niet verplichten om meer geld in de jeugd te investeren. De KNVB is de bond en heeft geen bemoeienis met de financiële aanpak van de jeugdopleiding. Ze zouden er iets aan kunnen doen, maar veel clubs in Nederland besteden al véél meer aandacht aan hun jeugd.

ADRI VAN TIGGELEN: ‘Leg ze niet te veel in de watten’

Clubs moeten vanuit de jeugd goed blijven opleiden en talenten laten doorstromen. Als je een groot talent in huis hebt, dan moet een club dit talent al na het eerste seizoen laten doorstromen naar de A-selectie. Een club moet dit écht aandurven en daar niet te lang mee wachten. Zo krijg je een stroomversnelling om het niveau in de eredivisie beter te krijgen.

In de jeugd worden de spelers tegenwoordig veel te veel verwend met alles wat er aan ‘bijscholing’ is. Er moet meer vanuit de spelers zelf komen. Ze worden gehaald, gebracht en het bordje eten staat altijd voor ze klaar. Vroeger moest ik zelf mijn broodzakje meenemen. Dat soort dingen wordt overdreven. Clubs vinden het dan raar dat spelers het niet meer zo makkelijk kunnen opbrengen wanneer ze op latere leeftijd iets extra’s moeten geven. Je moet een tussenweg vinden, zodat je als club in de gaten kunt houden dat spelers zélf ook energie willen steken om het ver te schoppen in hun carrière. Als spelers te veel in de watten worden gelegd, is dat iets waar zij niet zo goed mee overweg kunnen. Ze denken: we zitten bij een profclub, we hoeven niets te doen en over tien jaar zijn we binnen. Een totaal verkeerde gedachte.

FRANS THIJSSEN: ‘De KNVB krijgt nu ook in de smiezen dat er wat moet gebeuren’

Het is jammer dat jeugdspelers moeilijk doorstromen naar de A-selectie, doordat ze moeten concurreren met spelers uit het buitenland. Ik zie heel weinig spelers in de Nederlandse competitie met extra technische kwaliteiten. Ik herinner me Chadli, Tadić en recentelijk Ziyech, maar dat zijn buitenlandse spelers die opvallen en een extra kwaliteit hebben. De échte Hollandse jongens met een extra kwaliteit, die zie ik zelden. Bij Ajax of Feyenoord liepen er vroeger vier of vijf spelers, die het verschil konden maken en een actie in huis hadden waardoor je zei: ‘Hé, die kan de wedstrijd beslissen.’ Die spelers zie je bijna niet meer en dat is jammer. Het is nu voornamelijk de bal rondspelen, van achteruit. Maar of je nou over Ajax praat of over andere clubs, ze spelen allemaal op balbezit.

Een goede jeugdopleiding blijft belangrijk. Ik denk dat iedereen nu – ook de KNVB – in de smiezen krijgt dat er wat moet gebeuren om het voetbal te verbeteren. Dat begint bij de jeugd. We missen strijd en extra kwaliteit. Dat heeft ook te maken met hoe specifieke dingen in de jeugdopleiding worden aangepakt om spelers beter en balvaster te maken. Een mannetje van achteruit laten doorschuiven, de bal niet verliezen; op die kwaliteiten moet al door de jeugd véél meer worden geoefend. Positiespel blijft altijd belangrijk, maar we zullen meer vooruit moeten spelen in plaats van achteruit en breed. Met vier, vijf passes naar voren kun je al alleen voor de keeper staan. Toen ik met Mühren in Engeland speelde, was het al heel normaal dat de lange bal naar voren werd gespeeld. Dat is vaak voor een spits niet te behappen en al helemaal niet als je een spits in je elftal hebt, die de bal juist graag in de voeten aangespeeld wil krijgen. In Nederland wordt de bal eerst dertig keer rond gespeeld en dan zijn we nog niet bij de middenlijn. Dat schiet ook niet op, hè? In Enge land doen ze het in één keer, maar er is ook een tussenweg.

SJAAK TROOST: ‘Weinig profclubs denken aan onderbouw’

Clubs moeten blijven investeren in de jeugdopleiding. Het is een trend geworden dat Nederlandse clubs het voornamelijk moeten hebben van de doorstroom van jeugdspelers. Feyenoord doet dat heel goed en heeft ook prijzen gewonnen voor de beste jeugdopleiding. De laatste jaren heeft Feyenoord meer ‘concurrentie’ gekregen, doordat clubs steeds meer investeren om de jeugdopleiding te verbeteren.

In de jeugd heb je de ‘bovenbouw’ en ‘onderbouw’. Bovenbouw is de jeugd vanaf twaalf jaar. Het is onderzocht dat je met talenten vanaf vijf jaar al aan de slag kunt en moet, willen ze op latere leeftijd slagen. Deze onderbouw is aanwezig bij veel clubs, maar er wordt nog te weinig in geïnvesteerd. Weinig profclubs zijn zich bewust van het belang van de onderbouw, waardoor jeugdspelers op te late leeftijd worden opgeleid. Hierdoor wordt een club dus geen voorloper ten opzichte van andere clubs.

EDWARD STURING: ‘Soms heb je een omweg nodig om de top te bereiken’

De jeugdopleiding is het hart van het Nederlandse voetbal. Er is geen eredivisiespeler die niet groot is geworden in de jeugd. Niet alleen BVO’s (Betaald Voetbal Organisaties) moeten daarin blijven investeren, maar ook de amateurverenigingen. De instroom van kinderen die op voetbal gaan, vormt de jeugd bij een club. Daarom was het een slechte zaak dat het Nederlands elftal zich niet kwalificeerde voor het EK 2016. Dat is slecht voor het voetbal en voor de instroom van jeugdspelers in deze lichtingen. Als Barney het goed doet met darten, willen kinderen ook ineens dart pijltjes gooien.

In 2007 wonnen we bij PSV de prijs voor de beste jeugdopleiding. Ik stuurde daar de jeugdopleiding aan. Maar zo’n prijs kun je alleen winnen als je een goed team hebt. Mensen die hard willen werken en de kwaliteit hebben om jeugdspelers beter te maken. Het is belangrijk dat een jeugdtrainer een binding heeft met de club. Bij Vitesse lopen veel jeugdtrainers met een Vitesse-achtergrond, zoals Remco van der Schaaf, Michael Jansen, Ruud Knol, Nicky Hofs en Theo Janssen. Zij kennen de cultuur van de club en kijken niet op een uurtje meer of minder trainingsarbeid. Zij willen dat het goed gaat met de club.

About the Author